Hyperthyreoïdie bij de kat

Wat is hyperthyreoïdie?

Hyperthyreoïdie is een aandoening van de schildklier. De schildklier is een klein orgaan wat in de hals ligt. Het bestaat uit twee lobben die aan weerszijde van de luchtpijp liggen. Bij hyperthyreoïdie produceert de schildklier te veel schildklierhormoon thyroxine (T4). Thyroxine is een belangrijk hormoon wat er voor zorgt dat vele stofwisselingsprocessen op een normale manier en vooral op de juiste snelheid verlopen. Bij katten met hyperthyreoïdie verlopen deze processen dus te snel met allerlei gevolgen voor de kat.

Bij welke categorie katten zien we hyperthyreoïdie?

We zien bijna alleen hyperthyreoïdie optreden bij katten boven de 10 jaar. Het komt evenveel voor bij poezen als bij katers en we zien het bij alle rassen.

Wat zijn de symptomen van hyperthyreoïdie?

Katten die aan hyperthyreoïdie lijden kunnen de volgende symptomen hebben:

  • Veel meer eetlust dan normaal, zeuren om eten
  • Vermageren ondanks veel eten!
  • Meer gaan drinken en plassen
  • Onrustig en overactief (met name ’s nachts)
  • Snelle bonzende hartslag
  • Schichtige blik in de ogen
  • Meer ontlasting

 

Wat is de oorzaak van de hyperthyreoïdie?

In de meeste gevallen is een goedaardige tumor van de schildklier de reden van de overproductie van het schildklierhormoon. Deze tumor kan in één lob van de schildklier zitten (30%), of in beide lobben (70%). Zeer zelden is de tumor kwaadaardig (1-2%).

Hoe stellen we de diagnose hyperthyreoïdie?

Op basis van lichamelijk onderzoek en het verhaal van de eigenaar hebben we vaak al een indruk of een overactieve schildklier een rol speelt. Vaak is de vergrote schildklier in de hals te voelen. De definitieve diagnose stellen we door een bloedonderzoek waarin we de hoeveelheid schildklierhormoon (thyroxine, T4) in het bloed meten.

Hoe wordt een kat met hyperthyreoïdie behandeld?

Bij het behandelen van hyperthyreoïdie zijn er 4 verschillende behandelingen.

  • Behandeling met radioactief jodium.

Deze behandeling wordt over het algemeen gezien als de beste behandeling. Wanneer u kiest voor deze behandeling sturen wij u door naar een andere dierenkliniek. Vaak wordt voorafgaand aan deze behandeling gekozen voor een behandeling met Felimazole® of Thiafeline®.Op deze manier wordt er in de gaten gehouden wat het effect is van de behandeling op de nierfunctie. De kat krijgt vervolgens een injectie met radioactief jodium. Deze stof doodt alle zieke schildkliercellen, maar laat de normale cellen in leven. De kat moet verplicht opgenomen worden in de kliniek (i.v.m. straling) tot hij niet meer radioactief is. Als er zwangere vrouwen of kleine kinderen in huis zijn wordt een kat meestal 14 dagen opgenomen. Na thuiskomst moeten de gebruikte kattenbakkorrels 3 maanden worden opgeslagen voordat ze met het vuilnis meegegeven mogen worden. In de meeste gevallen is één injectie met radioactief jodium voldoende. Soms moet de injectie worden herhaald. De meeste katten hoeven na de behandeling geen medicijnen meer maar in sommige gevallen hebben katten nog schildklierhormonen nodig.

  • Behandeling met medicatie

Er zijn verschillende soorten medicatie die de aanmaak van schildklierhormoon remmen. Er bestaan tabletten en vloeistof (Felimazole® en Thiafeline®). Deze moeten dagelijks en levenslang toegediend worden. Mogelijke bijwerkingen zijn jeuk, braken, slechte eetlust en beschadiging van bloedcellen. Voor katten die niet te pillen zijn wordt er soms een oorzalf voorgeschreven (Thiamazol® of Carbimazol®) wat de productie van het schildklierhormoon remt. Het nadeel van deze oorzalf is dat deze soms ontstekingen aan de huid in het oor geeft.

  • Operatief verwijderen van de schildklier.

Voor deze operatie sturen wij u door naar een specialist. De vergrote schildklier wordt dan verwijderd. De bijschildklieren mogen tijdens deze operatie niet beschadigd worden. Dit is heel moeilijk aangezien de bijschildklier soms nauwelijks zichtbaar is. Wanneer deze toch beschadigen kan er na de operatie ernstige problemen met het calciumgehalte optreden. Soms is er ook schildklierweefsel aanwezig op een andere plek, bijvoorbeeld in de borstholte. Dit kan niet verwijderd worden. Belangrijk is dus om dit van te voren in kaart te brengen met een scan. Na de operatie is er een kleine kans op hergroei van schildklierweefsel. In dit geval zal de kat alsnog medicatie moeten krijgen.  

  • Behandeling met dieetvoeding

Er bestaat kattenvoeding waar geen jodium inzit. Jodium is nodig om het schildklierhormoon aan te maken. Het nadeel van deze behandeling is dat de kat echt alleen deze voeding mag hebben. Wanneer de kat ook maar een heel klein beetje andere voeding binnen krijgt werkt het dieet niet meer. Bij katten die ook buiten komen is dit dus eigenlijk al geen optie. Ook wordt het voer niet door iedere kat als smakelijk ervaren.